Geschiedenis
Het verhaal van Flestic begint in 1979 in Flevoland, in de gemeente Noordoostpolder. In Ens om precies te zijn. Daar hadden we in een boerenschuur een paar oude extrusieblaasmachines.
De oprichters van Flestic speelden slim in op de vraag die er toen in de markt was: kleine series met klantspecifieke modellen. Het werd een succes. Vijf Jaar later, in 1984, werd de boerenschuur te klein en verhuisden we naar de Pioniersweg 23 in Dronten, een van de locaties waar we nog steeds produceren. En we breidden onze activiteiten uit. Naast extrusieblazen begonnen we met spuitgieten, zeefdrukken en hotprinten.
De extrusieblaasmachines uit de tijd van de oprichting waren inmiddels aan het einde van hun levensloop. Nieuwe blaasmachines bleken niet eenvoudig te vinden. Machines die we konden betalen, waren te oud. Nieuwe machines waren te duur, omdat ze veel meer konden dan wij nodig hadden. We staken de koppen bij elkaar en bedachten: wat nou als we de machines gewoon zelf bouwen? We hadden inmiddels zo veel kennis van extrusieblazen dat dit zou moeten kunnen. In 1989 – tien jaar na de oprichting van Flestic – zag onze eerste zelfgebouwde extrusieblaasmachine, het daglicht. We noemden hem de JS500.
We bleken zo goed in het produceren van kunststof verpakkingen, dat we besloten er onze core-business van te maken. In 2004 namen we afscheid van het zeefdrukken en hotprinten.
Inmiddels hebben we 40 extrusieblaasmachines, waarvan we er 35 in eigen beheer hebben ontwikkeld en gebouwd. Bovendien hebben we 3 spuitgietblaasmachines, 26 spuitgietmachines en 4 montagemachines. De nieuwste lopen voorop op het gebied van besturing en techniek. Maar ook de machines van het eerste uur doen nog steeds hun werk, met onbetwiste kwaliteit.
De boerenschuur zijn we ver ontgroeid. De totale productielocatie aan de Pioniersweg beslaat 7.000 m2. We maken er jaarlijks zo’n 80 miljoen blaasproducten en 100 miljoen spuitgietproducten.